Vrijeschoolonderwijs
Voor meer informatie kunt u een van onze informatieochtend of avonden bezoeken. Aanmelden kan door dit formulier in te vullen.
Missie en Visie
Steeds meer mensen zijn in deze drukke maatschappij op zoek naar een goed evenwicht. De juiste balans tussen presteren en ruimte en tijd voor jezelf. Kinderen hebben ook baat bij een juiste balans.
Dat staat bij de Dordtse Vrijeschool voorop: een gezonde afwisseling in het aanspreken van hoofd, hart en handen. Hierbij zijn de menskundige en pedagogische uitgangspunten leidend.
De Dordtse Vrije School draagt met vrijeschoolonderwijs bij aan de kwaliteit van de samenleving. We gaan uit van het antroposofische mensbeeld met een spirituele menskundige grondslag. We werken vanuit de overtuiging dat menselijk gedrag een samenspel is van denken, voelen en willen.
Onderwijzen is opvoeden op het gebied van denken, voelen en willen.
Wij voelen de missie om de leerlingen op te voeden en te laten groeien tot authentieke, verantwoordelijke jonge mensen die hun innerlijk kompas volgen en zo hun eigen weg in de wereld gaan. We voeden onze leerlingen met ons onderwijs op tot ‘wie ze zijn’ en geven ze een brede basis mee, waardoor je verder komt.
Vaardigheden voor hoofd, hart en handen
De vrijeschool biedt een breed onderwijspakket aan, dat hoofd, hart en handen betrekt in het leren. Op de vrijeschool leer je wanneer je een werkwoord met een ‘d’ of ‘dt’ schrijft, je leert de tafels van 1 t/m 10 op te zeggen, sommetjes maken of waar Groningen ligt. Maar omdat het in het leven om veel meer draait dan rekenen en taal alleen, leer je op een vrijeschool veel meer dan dat. Naast lezen, schrijven en rekenen leren de kinderen o.a. vreemde talen spreken, bewegen, toneelspelen, schilderen, tekenen en zingen. De kinderen komen vaak buiten en werken in de schooltuin. In onze opvatting van onderwijs gaat het dan ook om drie aspecten:
- het denken: cognitieve vaardigheden (kennis);
- het gevoel: sociaal-emotionele vaardigheden;
- hoofd, hart en handen; de wil: motorische en praktische vaardigheden en tevens eigenschappen als doorzettingsvermogen.
Pedagogie
Het vrijeschoolonderwijs is geïnspireerd door de antroposofie. Heel kort gezegd gaat de antroposofie ervan uit dat ieder mens een eigen levensweg bewandelt. Daarbij maak je zowel een lichamelijke als geestelijke ontwikkeling door. Bij kinderen op de basisschool is dat eerste wel heel duidelijk te zien: zij groeien van kleine kleuter tot bijna-puber. De pedagogische uitgangspunten van het vrijeschoolonderwijs zijn gericht op de ontwikkeling van de individuele kwaliteiten van het kind.
Vrij, niet vrijblijvend
Het ‘vrije’ in ‘vrijeschool’ heeft niets te maken met vrijblijvendheid. Kinderen krijgen een duidelijke structuur aangeboden. Regels zijn regels. Het ‘vrije’ heeft betrekking op de vrijheid en de verantwoordelijkheid die de leerkracht heeft. Deze kan, binnen de wettelijke- en door de school gestelde kaders, zelf de lesstof en zijn of haar eigen professionaliteit ontwikkelen. Dat resulteert in wakkere, leergierige en gemotiveerde leerkrachten.
Ritme en lesstof
Een dag op de vrijeschool verloopt klassikaal volgens een vast ritme zowel in de kleuterklassen als in de 1e t/m de 6e klas.
Kleuters krijgen lesstof aangeboden binnen een vast weekritme. Zij leren spelenderwijs, door te dóen. Bijvoorbeeld: door met blokken en kisten te spelen en te bouwen ervaren zij vanzelf wat boven en onder is. Zij leren ordenen, structureren en oorzaak en gevolg kennen. Zij zijn met hun hele lijf actief en volop in beweging. Zo kunnen ze goed voorbereid naar de 1e klas (= groep 3).
Vanaf de eerste klas krijgen de kinderen in de ochtenduren een hoofdvak zoals rekenen, taal, aardrijkskunde, heemkunde, dier- en plantkunde, geschiedenis en natuurkunde. De meeste hoofdvakken worden aangeboden in zogenaamde periodes die 4 tot 6 weken duren. De leerlingen maken dan grondig kennis met één leerstofgebied. Dan laten ze het een tijdje los, om zich op het volgende te concentreren. In de tussentijd ‘rijpt’ het geleerde verder door. Zo maken de leerlingen zich de stof gaandeweg helemaal eigen.
In de lesuren na het periodeonderwijs, de zogenaamde oefenuren, worden de vaklessen onderwezen als bijvoorbeeld rekenen, taal, handenarbeid, euritmie, muziek, (vorm)tekenen, schilderen en gymnastiek.
Thema’s en vertelstof
Het lesprogramma sluit aan bij de leeftijd, drijfveren en mogelijkheden van het kind. Leerkrachten van de vrijeschool ontwerpen veelal zelf de lessen aan de hand van de leerdoelen. Zo kan de leerkracht ingaan op actualiteit, context en specifieke vragen.
Op de vrijeschool worden veel verhalen verteld aan de kinderen, de zogenoemde ‘vertelstof’. Elke klas heeft zijn eigen thema passend bij de ontwikkelingsfase van het kind. De verhalen kunnen uitgangspunt zijn voor de lessen.
Jaarfeesten
Binnen het ritme van de dag worden inspanning en ontspanning bewust met elkaar afgewisseld. Schoolbreed wordt veel aandacht besteed aan het ritme van het jaar. Kinderen worden in aanraking gebracht met de natuur, de verschillende seizoenen en de seizoensproducten die daarbij horen. Belangrijk op de vrijeschool zijn de jaarfeesten: Sint Michael, Sint Maarten, Advent, Sint Nicolaas, Kerstmis, Driekoningen, Carnaval, Palmpasen, Pasen, Pinksteren en Sint Jan. Deze feesten worden met elkaar gevierd.
Waarom kiezen voor vrijeschoolonderwijs
Onze maatschappij verandert voortdurend. De wereld wordt complexer. Kinderen die beginnen met de basisschool worden voorbereid op een toekomst die we nog niet precies kennen. De kunst van goed onderwijs is ze die kennis, vaardigheden en attitudes bij te brengen die er toe doen in de toekomst. Dat zijn bij uitstek sociaal-emotionele en creatieve vaardigheden waardoor kinderen stevig in hun schoenen staan, zichzelf kennen en hun eigen talenten blijven ontwikkelen. Met onderwijs voor ‘hoofd, hart en handen’ geven wij het onderwijs voor de 21ste eeuw.